• Angst / stress

Veilig op wandeling met je paard

In de bossen, tussen de velden, op straat, in de duinen of op het strand…  Zalig genieten van een ontspannen buitenrit samen met je paard, alleen of in groep. Even je gedachten verzetten na een drukke dag. Ook voor je paard is dit een ideale afwisseling in de training. Een goede voorbereiding vergroot de kans dat de rit veilig en ontspannen verloopt.

Als je met je jonge paard voor het eerst op wandeling gaat, ga je best samen met een ervaren rustig paard zodat dit voor hem een aangename ervaring wordt. Laat het jonge paard af en toe de kop nemen zodat hij dit ook leert.

Bij twijfel of angst, laat je het ervaren paard ernaast stappen, of indien nodig een hoofdlengte voorop lopen. Op deze manier krijgt het jonge paard opnieuw vertrouwen en vermijd je conflictsituaties. Het is belangrijk dat de wandeling stressvrij verloopt om ongelukken te vermijden.

Dit proces geldt ook voor bange paarden. Laat je vergezellen door één of meerdere zelfzekere paarden en ruiters. Neem geen onnodige risico’s. Uiteraard hou je onderling de nodige afstand. Houd de lichaamstaal van de paarden steeds in de gaten. Sommige paarden vinden het niet erg om dicht naast elkaar te lopen. Andere laten duidelijk zien dat je best op afstandje blijft.

Heb je een jaarling of tweejaar, wacht dan niet om hem aan nieuwe situaties en het verkeer te laten wennen. Van zodra je jonge paard wijkt voor druk en dus goed heeft leren meestappen aan het halster (zie vorig artikel) kan je het vertrouwde terrein verlaten en aan de hand een blokje rond wandelen. Hij leert zo omgaan met fietsers, honden, vuilnisbakken,…  de grote wereld in….

Dit zijn de meest voorkomende problemen:

Je paard:

  • wil niet alleen gaan wandelen
  • wil zijn weidegenootjes niet verlaten
  • stopt, draait 180° en loopt huiswaarts
  • wil in groep steeds op kop lopen
  • durft de kop niet nemen
  • volgt de groep, maar van zodra ik iets anders wil doen dan de anderen, verzet hij zich
  • is bang van honden, gekleurde voorwerpen, auto’s, fietsers, koeien, …
  • stopt plots en wil niet meer voorwaarts
  • is niet meer te stoppen van zodra we galopperen
  • weet wanneer en waar we galopperen en is op dat moment niet meer te houden

Veel van deze problemen zijn het gevolg van onzekerheid of angst van paard en/of ruiter. Het is dus belangrijk om ‘angst’ te begrijpen vooraleer we oplossingen kunnen aanbieden.

Wat is angst?

Angst bij het paard activeert de vluchtreflex. Dit is een natuurlijk reflex die wij als ruiter graag onder controle willen hebben aan de hand van training. 

Een angstig paard krijgt een adrenalinestoot. Hij houdt zijn hoofd in een hoge alerte positie en spant z’n hele lichaam op. Andere prikkels – zoals je been- en teugelhulpen – komen op een tweede plaats of worden zelf genegeerd. Het paard denkt op dat moment maar aan één ding, namelijk ‘vluchten en op zoek gaan naar een veilige plaats’.  Dit verklaart waarom sommige paarden in hun vlucht zelfs door een hek of draad zouden lopen. Voor ons lijkt dit een ‘domme zet’ gezien ze zich hierdoor nog meer in gevaar kunnen brengen.

Maar zo zit het paardenbrein niet in elkaar. Het ene paard zal eerder vluchten, een andere steigert, bokt, springt opzij of blijft stokstijf staan, …  Indien je paard – al dan niet bewust – beloond wordt voor dit gedrag, zal hij dit gedrag gaan herhalen wanneer hij zich niet veilig voelt. Het lossen van je teugels, het wegnemen van druk is hier een beloning. Althans zo ervaart het paard het. Bijvoorbeeld: hij verschiet van een hond en springt opzij. Hierdoor staat hij nu verder af van het ‘gevaar’ waardoor hij onrechtstreeks beloond wordt voor zijn sprong. Wanneer we in zo’n situatie de controle verliezen gaat het paard zich vaak nog onzekerder voelen… 

De controle terugwinnen

Aan de hand van grondwerk leer je je paard begrijpen. Hoe beter je hem leert kennen en onder controle hebt, hoe meer zelfzekerheid je uitstraalt. Je paard respecteert zo je hulpen waardoor je ook in moeilijkere situaties je paard steeds onder controle hebt .  

De meerwaarde van grondwerk wordt door velen nog steeds onderschat. Hoe beter je je paard leert kennen, hoe groter het wederzijds respect en vertrouwen. Dit is de basis van elke training…

Door je paard in zijn vertrouwde omgeving reeds bloot te stellen aan vreemde situaties en voorwerpen leert hij beter omgaan met nieuwe dingen.

Je kan hem ontspannen over een plastiek zeil leren stappen, over balkjes, onder een vlag of door het water. Laat hem wennen aan een nierdeken, je rainlegs en regenjas, eventueel een paraplu enz 

Hetzelfde geldt onder het zadel.  Een goede basistraining is van groot belang. Als je je paard  voor 99% onder controle hebt in zijn vertrouwde omgeving, dan kan je hier al zeker op terugvallen in een moeilijkere spannende situatie. Je hulpen moeten primeren op externe prikkels zoals een vlag die in de wind hangt te wapperen of een hond die plots naar en het hek komt gelopen. Een goede consequente training en dus gehoorzaamheid geven jou en je paard een vertrouwd en gerust gevoel tijdens de buitenrit.

‘One-rein-stop’

Slaat de vluchtreflex toe, probeer dan zo snel mogelijk in te grijpen. Probeer dit gedrag tijdig stop te zetten, door je paard onmiddellijk te vertragen of te buigen, zodat dit geen gewoonte wordt.  Als je een paard zijn vier voeten kan controleren, krijg je zijn aandacht terug en wordt de vluchtreflex uitgeschakeld. 

Hoe? Neem een ‘one-rein-stop’.  Oefen deze buigingen vanuit een halt, nadien ook vanuit stap en draf, zodat je erop kan terugvallen indien nodig. Verkort één teugel, en breng het hoofd van je paard richting je knie. Sluit zacht je hand en van zodra je paard wijkt voor die druk, stilstaat, ontspant en nageeft, laat je de druk los. Op deze manier verkrijg je de controle van zijn beweging. Herhaal dit tot je paard reageert met lichte druk. Deze oefening doe je zowel vanop de grond als vanuit het zadel.

Voel je spanning opkomen tijdens je wandeling, grijp dan naar één teugel ipv hard te gaan trekken aan de twee.  Wacht tot je paard ontspant en ga dan weer verder. Herhaal dit zo vaak als nodig.

Wil je paard niet meer voorwaarts dan wil dit zeggen dat je beenhulp ondergeschikt is aan de externe prikkel.  Geef been, blijf rustig en beloon bij elke stap voorwaarts. Herhaal je beendruk opnieuw enz… Begin niet te schoppen en te slaan, dit maakt je paard alleen maar banger waardoor hij het vertrouwen ook nog eens verliest in zijn ruiter.  Dit behoort tot de basistraining. Net zoals het sluiten van je hand een signaal is om te vertragen of halt te houden.  Oefen deze basiselementen goed thuis, en vertrek niet op wandeling zolang je paard niet gehoorzaamt aan deze hulpen. 

Verwarring leidt tot onzekerheid en angst. Een goede basistraining en voorbereiding zorgen voor wederzijds vertrouwen en begrip. Dit leidt dan weer tot meer veiligheid en plezier bij het rijden. 

Verlatingsangst

Sommige paarden willen hun ‘thuis’ en maatjes niet verlaten. Een paard is een kuddedier en voelt zich veilig bij zijn weide of stalgenootjes. Ze hebben verlatingsangst en gaan alles op alles zetten om terug naar hun veilige plek terug te keren. Dit doen ze door plots om te draaien, te blokkeren, achteruit te stappen, te steigeren,…   Slagen ze er zo in om terug naar huis te vluchten dan is de kans groot dat ze dit gedrag gaan herhalen.

Het is dus jullie taak om er voor te zorgen dat hij dit veilige gevoel ook bij zijn ruiter terugvindt. Aan de hand van grondwerk ga je werken aan het wederzijds vertrouwen. Wanneer je paard weet dat jij steeds een oplossing hebt in moeilijke en enge situaties, zal hij de ruiter meer gaan vertrouwen en de hulpen opnieuw ontspannen beantwoorden. We moeten het patroon proberen te doorbreken en conflictsituaties trachten te vermijden.

Wil je paard zijn vertrouwde omgeving niet verlaten, ga dan elke keer net iets verder met hem.  Eerst aan de hand, nadien ook bereden. Laat hem even grazen en geef hem rust wanneer hij ver weg is. Zo bewijs je hem dat het ok is om de vertrouwde omgeving te verlaten. Zorg ervoor dat hij zich minstens even veilig voelt bij jou als in de kudde of op stal. Vergroot telkens de afstand tot thuis.  

Als je met z’n tweeën of in groep gaat wandelen, probeer dan om toch individueel te rijden. Voorbeeld: het eerste paard vertrekt in draf, het ander blijft in stap. De eerste komt terug naar stap, de tweede vertrekt in draf en passeert zo opnieuw voorbij de eerste, enz.  Als dit goed gaat, doe je dit ook in galop. 

Ga ook eens elk de andere kant op, de ene gaat naar links, de andere naar rechts. Dit eerst op kleine afstanden, later iets groter. Bouw dit langzaam op zodat je paard steeds minder afhankelijk wordt van de ander.

Neem hiervoor de tijd die je paard nodig heeft. Een ontspannen buitenrit is de beloning voor jouw geduld en consequente training.

Wil je hierbij graag begeleiding? Neem dan contact op.

Veel plezier buiten en vergeet je rijhelm niet!

TIPS:

-Krijg je je paard niet vlot voorwaarts thuis of op de manege, ga dan wandelen en zoek lange rechte stukken.  Het strand, een galoppiste is hiervoor ideaal.  Het motiveert hen om vooruit te gaan.  

-Heb je eerder een zenuwachtig loperig paard, vermijd dan lange lijnen en oefen vooral op een ontspannen stap.

-De eerste helft van je wandeling (weg van huis) kan je actief maken, de terugweg hou je best rustig. Zo voorkom je dat je paard op terugweg nog sneller gaat lopen omdat hij weet dat je huiswaarts gaat.

-Oefen je dressuur eens in een andere omgeving dan in die binnenpiste… combineer inspanning met ontspanning. Oefen het wijken bvb in een lange dreef, waarbij je steeds van de ene naar de andere kant opschuift. Of neem eens les in een grote weide? Variatie in de training houdt je paard gemotiveerd om steeds opnieuw zijn best te doen voor z’n ruiter.